De wereld van jonge technologiebedrijven heeft veel weg van een casino. Zeker
in technologiewalhalla Silicon Valley wemelt het steevast van de jonge
bedrijven die achter de laatste trends aanlopen. Slechts een enkeling weet
zich doorgaans te handhaven en werkelijk succesvol te worden.

Voor investeerders is het vooral zaak regelmatig ‘nee’ te zeggen tegen weer
een briljant idee dat de wereld gaat veranderen. Maar soms betekent dit dat
je latere kampioenen links laat liggen.

Nee tegen Google

Durfinvesteerder Bessemer Venture Partners heeft in een moedige poging tot
zelfspot een lijstje op zijn website gezet met bedrijven waar het niet in
geïnvesteerd heeft. De ‘anti-portfolio’
telt een indrukkwekkende serie namen: Intel, Apple, PayPal. "Als we in
deze bedrijven hadden geïnvesteerd, zouden we waarschijnlijk niet meer
hoeven te werken", luidt de oprechte toelichting.

"Postzegels, munten, strips verkopen via internet? Een grapje zeker",
aldus de reactie van Bessmer-partner David Cowan, toen de mogelijkheid
voorbij kwam om in een vroeg stadium in eBay te investeren.

De grootste misser, zo bleek achteraf, was toen Cowan van een vriend hoorde
dat ze haar garage in 1999 had verhuurd aan twee jongens die bezig waren om
een "echt slimme zoekmachine" te bouwen. Hoe kom ik hier weg,
zonder in de buurt van je garage te komen? ", vroeg durfkapitalist
Cowan. De garage werd, zo bleek later, verhuurd aan Larry Page en Sergey
Brin, oprichters van Google.

Zakensite Business
Insider
stelde een toplijstje op met techinvesteerders die miljarden
lieten liegen. Bijvoorbeeld omdat ze de potentie van een startup niet zagen.

Maar het omgekeerde gebeurde ook: oprichters van een aanvankelijk succesvolle
onderneming overschatten zichzelf en wisten niet op het juiste moment te
cashen. Zie de slideshow: Zij
zeiden nee, op het verkeerde moment
.

Lees ook:

17-jarige app-maker in één klap multimiljonair

De Facebook-telefoon: komt-ie er dan toch?

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl